In dit hoofdstuk lees je over het gezin van Cornelia en Goosen door de jaren heen. In het eerste deel lees je over de geboorte van hun kinderen en de verhuizing van Brakel naar De Lier. In het tweede deel staan hun hun kleinkinderen vermeld. In deel 3 lees je meer over de moeizame verstandhouding tussen Cornelia en Goosen.
12.1. Geboorte van de kinderen en verhuizing naar De Lier
Na het trouwen van Cornelia en Goosen op 19 augustus 1920 gingen zij in Brakel in de Molensteeg wonen, in een huisje gehuurd van boer Vervoorn. Deze Molensteeg was een weggetje in agrarisch gebied, net buiten het dorp Brakel zelf. Ze woonden daar vlakbij rivier de Waal. Brakel was een klein dorpje; de inwoners leefden voornamelijk van agrarische activiteiten.
Cornelia was vrij snel na hun trouwdag zwanger van hun eerste dochter. Ze werd op 15 juni 1921 geboren, direct gevolgd door de opmerkelijke 'vernoemingskwestie' waarover je in vorig hoofdstuk kon lezen. Haar roepnaam zou 'Truida' luiden.
De jaren '20 waren arme tijden. Ze hadden thuis varkens, die Cornelia verzorgde. Goosen verzorgde in de winter voor knolrapen en in de zomer hadden ze aardbeien. Hun oudste dochter Truida zou zich veel later de varkenspest nog herinneren, waardoor al die beesten afgemaakt moesten worden. Ze werden in een kuil tegenover hun huis gegooid. Ze wist zich ook nog te herinneren dat ze, omdat ze buiten het dorp woonden, als klein meisje in de eerste klas van de lagere school een behoorlijk eind moest lopen. Kleine Truida liep tussen de middag altijd het hele stuk terug naar huis om daar te eten. Ze herinnerde zich hete zomerdagen, ze zal toen net 7 jaar zijn geweest, dat ze uit school met klasgenootjes water ging drinken bij de dorpspomp, waar ze altijd langs kwam. Je vindt die pomp op de foto hieronder.
Oude foto met de dorpspomp in Brakel
Truida herinnerde zich ook nog de indrukwekkende gebeurtenis toen zij 4 jaar oud, dat de rivierdijken rond hun dorp op doorbreken stonden. Kleine Truida werd voor de veiligheid naar het hoge dijkhuisje van tante Teun gebracht, waar ze ook bleef slapen. De uiterwaarden stonden al helemaal vol en het water stond hoog tegen de dijken aan. Dag en nacht was men bezig met dijken inspecteren. De dijken in de Bommelerwaard hebben het uiteindelijk gehouden. Op veel andere plaatsen in Nederland braken er wel dijken door. Er is op internet nog genoeg over terug te vinden (zoals bijvoorbeeld hier). Deze gevaarlijke situatie speelde de weken rond de jaarwisseling van 1925 op 1926. Op 8 januari 1926 bezocht koningin Wilhelmina zelfs hun gemeente Poederoijen om de nijpende situatie aan de Maasdijk te bekijken.
Op 20 juli 1925 wordt het tweede kind in het gezin geboren. Het is een jongetje dat 'Huib' wordt genoemd, vernoemd dus naar de vader van Cornelia. In Brakel wordt het dan steeds lastiger om de financiële eindjes aan elkaar te knopen, zeker toen ook de varkens dood waren gegaan. Goosen ging een tijdje in de kost in het Westland, omdat er daar in en rond de tuinbouw wel werk te vinden was. Meer mannen uit de Bommelerwaard waren hem al voorgegaan. Toen Goosen in het Westland een vaste baan had en een klein huisje kon huren, kwam het gezin op vrijdag 20 juli 1928 naar De Lier. Truida was toen 7 jaar oud, haar broertje Huib die dag dus precies 2 jaar. Truida kwam in de tweede klas van de Hervormde school. Het viel de kinderen in de klas op dat ze een soort Brabants accent sprak.
Truida met broertje Huib
Het jonge gezin woonde in een klein huisje aan de Lee. Daar werd op 24 juli 1929 Catharinus geboren, vernoemd naar de vader van Goosen. Deze Trinus bleek een onhandelbaar kind, die tegenwoordig veel jeugdhulp zou hebben gehad. Hij kon nauwelijks gehandhaafd worden, niet thuis en niet op school. Het fietste niet, wilde ook niet leren. Hij kon en wilde niet met mensen omgaan. Zijn gedrag trok een forse wissel op het gezin. Trinus bleef lastig in de omgang en veeleisend. Complicerende factor daarbij was dat Goosen en Cornelia nooit op één lijn zaten. Als Cornelia Trinus voor zijn gedrag een standje wilde geven, dan bagatelliseerde Goosen dat gedrag.
Goosen, Huib, Cornelia met Trinus en Truida
De nieuwe Lierenaren verhuisden binnen enkele jaren een aantal keren naar huisjes die hemelsbreed heel dicht bij elkaar lagen. Vanuit dat eerste huisje gingen ze naar de Tuinstraat. Dat waren betere en nieuwere huizen. De huur was met vier gulden in de week wel stevig te noemen. Daarom hadden ze in de zomer enkele kostgangers in huis. Dat waren mannen die doordeweeks in het Westland kwamen maaien. Toch was de huur te hoog en verhuisden ze opnieuw, naar de Kerkstraat naast de Domkerk (tegenwoordig 'Arent Dirckszn. Vosstraat' geheten). Uiteindelijk betrokken ze daarna het huis aan het Koorlaantje nummer 10, naast het bekende bruggetje over de Lee. Daar zouden ze blijven wonen.
Recht van het bruggetje hun huis aan het Koorlaantje
Op 13 november 1933 werd het tweede meisje binnen het gezin geboren. Deze dochter werd alsnog 'Jenneke' genoemd, waarmee alsnog die 'vernoemingskwestie' werd recht gezet. Echter, dit meisje Jenneke zou niet lang leven. De dokter noemde het destijds een 'hersenziekte'. Wij zouden het tegenwoordig een 'verstandelijke handicap' noemen. Het ging slecht met het meisje. Cornelia wilde haar nog graag één keer aan haar moeder Jenneke laten zien, voordat ze zou overlijden. Die was zelf toen al te ziekelijk om de reis van Aalst naar De Lier te kunnen maken. Daarom ging Cornelia met de Pinksteren naar Aalst. Die vrijdag 25 mei 1934 erna zou dochter Jenneke op 1-jarige leeftijd overlijden. De dag dat ze zou overlijden, koos Goosen ervoor om gewoon naar zijn werk te gaan. Het was buurvrouw Van Loenen die met Cornelia bij het meisje heeft zitten waken tot ze later die dag overleed.
Jenneke den Tek
Het vijfde kind in het gezin was Egbert, beter bekend als 'Ep'. Deze tweede zoon werd vernoemd naar de vrijgezelle broer van Goosen. Hij werd geboren op 17 maart 1935. Cornelia was toen net 37 jaar geworden. Goosen werd die maand erna 47 jaar. Bijna drie jaar later, op 11 januari 1938, werd het laatste kind geboren. Hij werd 'Hendrik' genoemd, vernoemd naar de broer van Cornelia. Goosen was toen 49 jaar oud, Cornelia 40 jaar en het verschil met oudste zus Truida was maar liefst 16 jaar.
Het gezin compleet met van links naar rechts:
Goosen, Trinus, Cornelia, Ep, Huib, Henk en Truida
Het waren de crisisjaren en traditionele tijden. De zondag was de enige vrije dag in de week. Dan ging het gezin 's ochtends naar de Hervormde Domkerk. Fietsen was er voor hen niet bij op zondag; dat verbood Goosen zijn gezin. Goosen werkte bij de provincie. Hij maaide langs de wegen, toen nog handwerk met de zeis. Cornelia werkte in de huishouding, zoals een periode bij de Lierse bakker Hanemaaijer. Ook in het huishouden waren het andere tijden: er was nog geen wasmachine en als je warm water nodig had, moest je dat op het fornuis opwarmen.
Truida en Cornelia, met waston met eendjes, 1947
12.2. De kleinkinderen van Cornelia en Goosen
In 1949 werden Cornelia en Goosen voor het eerst oma en opa. In het gezin van oudste dochter Truida werd 'Annie' geboren. Cornelia was toen 50 jaar oud en Goosen 60. Hieronder de totale lijst met hun 11 kleinkinderen. De kinderen van zoon Ep werden geboren toen beide grootouders al waren overleden.
- 1949: Antje Pieternella (Annie), dochter van Truida den Tek en Pieter Koornneef
- 1952: Cornelia Jenneke (Jenny), dochter van Truida den Tek en Pieter Koornneef
- 1954: Dirkje Arina (Dickie), dochter van Huib den Tek en Jacoba van Dalen
- (1957: overlijden van opa Goosen)
- 1957: Connegonda Geertrui (Gonda), dochter van Truida den Tek en Pieter Koornneef
- 1958: Jacoba Cornelia (Cobi), dochter van Huib den Tek en Jacoba van Dalen
- 1959: Gozina Huibertina (Gonnie), dochter van Huib den Tek en Jacoba van Dalen
- 1964: Goosen (Goos) zoon van Huib den Tek en Jacoba van Dalen (overleden: 1969)
- (1969: overlijden van oma Cornelia)
- 1970: Cornelis Goos Egbert (Kees), zoon van Ep den Tek en Martie de Jong
- 1972: Eva Pieternella Martie (Eva), dochter van Ep den Tek en Martie de Jong
- 1974: Rene Leendert Arie (Rene), zoon van Ep den Tek en Martie de Jong
Cornelia met kleindochters Annie en Jenny
12.3. De moeizame relatie tussen Cornelia en Goosen
Het mag duidelijk zijn, Goosen en Cornelia waren compleet verschillende mensen. Ook het voor die tijd grote leeftijdsverschil van 10 jaar hielp daarbij niet. Goosen was iemand die erg aan Brakel hing. Cornelia had al vroeg een wijdere blik. Zo had zij voor haar trouwen de vleugels geografisch al meer uitgeslagen bij het langdurig verzorgen van een zieke tante in Arnhem. In de latere woorden van oudste dochter Truida was Goosen 'een erg conservatieve, dominante man'. Het heeft tussen haar en haar vader Goosen nooit geklikt. Cornelia omschreef ze heel anders: 'een erg meelevend, warm persoon, prettig in de omgang. Ze kon daardoor met veel mensen goed opschieten'. Ze vertelde ook: 'vader was altijd in de weer met de bijbel, op een aards-conservatieve, dominante manier. Hij had de waarheid in pacht en maakte je dat wel duidelijk ook. De sfeer in het gezin was derhalve nooit echt goed. Als moeder Cornelia het gezellig probeerde te maken, werkte vader Goosen dit tegen'.
Nog één situatie waaruit het afwijkende gedrag van Goosen spreekt, is de trouwdag in 1948 van oudste dochter Truida met Piet Koornneef. Omdat hij toch wat wars van gezelligheid leek, bleek ook deze dag een heuse opgave voor hem. Truida keek die dag steeds met een schuin oog naar haar vader, die er chagrijnig bij liep. Ze was benieuwd of hij wel de hele dag zou blijven. 's Avonds hadden ze het feest, maar na het avondeten wilde hij naar huis gaan. Zijn broer, de vrijgezelle Ep den Tek, wist hem echter ervan te overtuigen dat hij dat niet kon maken, waarna hij toch bleef.
De volgende situatie typeert de gespannen relatie tussen Cornelia en Goosen nog beter. Cornelia wilde in De Lier op de Hervormde vrouwenvereniging, maar Goosen vond dat niet goed. Dit terwijl Cornelia toch een gezelligheidsmens was. Toch is ze op een gegeven moment gegaan, waar Goosen enorm kwaad om werd. Om dat heel duidelijk te maken, had hij zo zijn eigen manieren. Nadat ze de tweede avond was geweest, bleek Goosen bij thuiskomst nergens te bekennen. Cornelia besloot hem eerst in de directe omgeving van hun huis te zoeken. Hij bleek zich opgesloten te hebben in de kolenschuur achter hun huis. Toen zij er langs liep, verraadde hij zijn aanwezigheid. Altijd bleef het een soort 'gewapende vrede'. Dat de relatie nooit goed was, spreekt duidelijk uit wat Cornelia haar oudste dochter wel eens toevertrouwde: 'ik blijf bij hem voor jullie, want anders had ik wel ergens anders huishoudster kunnen worden'. Later, nadat Goosen op 29 oktober 1957 aan een niervergiftiging was overleden, heeft Cornelia in de woorden van haar dochter 'nog ruim 10 jaar genoten van allerlei uitstapjes en activiteiten'. Ze werd zelfs nog een aantal jaren bestuurslid van de vrouwenvereniging. Cornelia zou 69 jaar oud worden. Ze overleed op vrijdag 16 februari 1968 in De Lier door hartfalen.
Cornelia in de jaren 60