Op bovenstaande foto uit 1912 zie je de dorpsstraat in Aalst, met rechts het huisje waar Huibert en Jenneke Wijnstekers met hun jonge gezin woonden. Tegenover hun huis zie je de pastorie van de Gereformeerde kerk. Op de achtergrond de hooiberg die rond 1920 in brand werd gestoken. Hooiberg en naastgelegen boerderij gingen bij harde wind in vlammen op. De dader van de brandstichting werd destijds gepakt. Ik heb er geen krantenartikel over terug gevonden, maar zonder twijfel met actieve betrokkenheid van veldwachter Huibert Wijnstekers. In dit hoofdstuk lees je over de samenstelling van het gezin waarin Cornelia in het meestal rustige Aalst opgroeide.
3.1 De kinderen in het gezin Wijnstekers-Murraij
Ruim twee jaar na Cornelia wordt op 14 september 1900 het tweede kind in het gezin geboren, een zoon vernoemd naar de vaders van Huibert en Jenneke: 'Hendrik Gerrit'. Het jonge gezin is volgens de geboorteakte dan al verhuisd naar Aalst, waar vader Huibert veldwachter is geworden. Helaas overlijdt dit broertje van Cornelia al kort na z'n eerste verjaardag. Een jaar daarna wordt op 31 augustus 1902 opnieuw een jongetje geboren. Zoals toen gebruikelijk, kreeg dit jongetje dezelfde naam als zijn het jaar daarvoor overleden broertje: 'Hendrik Gerrit'.
We zijn dan opnieuw twee jaar later als op 25 juni 1904 opnieuw een jongetje wordt geboren in het gezin Wijnstekers-Murraij, dat echter direct na z'n geboorte overlijdt. Dan maken we een nieuw sprongetje van 2 jaar en wordt het 12 april 1906 als 'Gerrit Eliza' wordt geboren. Ook deze zoon wordt dus naar de vader van Jenneke vernoemd. Huibert was toen 31 jaar, Jenneke twee jaar jonger. Grote zus Cornelia was bij zijn geboorte acht jaar oud.
Er zit een mooi ritme in, want wederom 2 jaar later, in 1908 dus, wordt op 13 november Johanna Elizabeth Peternella geboren. Haar eerste naam is een vernoeming naar de moeder van Huib, haar tweede naam verwijst naar de moeder van Jenneke. Helaas volgt daarna nog een kindje dat kort na de geboorte overlijdt. 'Peter Wijnstekers', vernoemd naar de opa van Jenneke van moeders kant, wordt op 5 april 1911 geboren en overlijdt 4 maanden daarna. In 1914 gebeurt het nog een keer op 10 september, dat een jongetje direct na z'n geboorte overlijdt.
Het gezin Wijnstekers-Murraij bestaat dan naast vader en moeder uit de kinderen Cornelia, Hendrik, Gerrit en Johanna. Er volgt nog één keer gezinsuitbreiding. Op 3 juni 1920 wordt 'Bertus Annie' geboren, als echt nakomertje. Vader Huibert is dan 45 jaar en moeder Jenneke 43 jaar. Oudste zus Cornelia is op dat moment al 22 jaar en het jaar erna wordt wordt haar eigen eerste dochter geboren. Haar oudste dochter Truida zou dus een oom Bertus hebben van slechts 1 jaar ouder dan zijzelf.
Voorouders, waarnaar de kinderen worden vernoemd
3.2 De kinderen van Huibert en Jenneke op een rij
- Cornelia Wijnstekers (1898 - 1968)
- Hendrik Gerrit Wijnstekers (1900 - 1901)
- Hendrik Gerrit Wijnstekers (1902)
- N.N. Wijnstekers (1904)
- Gerrit Eliza Wijnstekers (1906)
- Johanna Elizabeth Peternella Wijnstekers (1908)
- Peter Wijnstekers (1911 - 1911)
- N.N. Wijnstekers (1914 - 1914)
- Bertus Wijnstekers (1920)
Kinderen Cornelia, Gerrit, Johanna en Bertus zouden hun eigen gezin stichten. Oudste zoon Hendrik bleef vrijgezel en zijn hele leven in het ouderlijk huis aan de Dorpsstraat in Aalst wonen.
In de Bommelerwaard is historische vereniging 'de Vier Heerlijkheden' actief, met historische informatie over de dorpen Aalst, Brakel, Poederoijen en Zuilichem: klik hier voor hun goed gedocumenteerde website. Onderstaande tekst en de meeste foto's bij dit hoofdstuk heb ik overgenomen van hun website.
Voor de drinkwatervoorziening waren de dorpsbewoners in de Bommelerwaard vooral aangewezen op regenbakken of zakputten. Het water uit diepere putten of uit de dorpspompen was wel hygiënischer, maar vaak ook sterk ijzerhoudend. Het sjouwen met water gebeurde met geëmailleerde of zinken emmers. Dit was al een stuk lichter dan de houten emmers die eerder in gebruik waren. Voor de was ging het water thuis in een teil, en op een geribbeld wasbord werd de was schoon geschrobd, maar er moest meer gesjouwd worden: ketels voor de kookwas, teilen om te spoelen en te bleken, emmers voor het stijfsel en zware tenen manden voor de vuile en de schone was. Kortom, je had er met een groter gezin een dagtaak aan.